lunes, 15 de marzo de 2010

De mi disidencia no vivo yo

Max Lesnick, Miami

A mí no me duele en prendas admitir que estoy en franca minoría con respecto al resto de mis compatriotas cubanos que viven en el sur de La Florida. Sabemos y no creo que haga falta repetirlo, que mis puntos de vista con respecto a la política de Estados Unidos hacia Cuba no son compartidos por la mayoría de mis coterráneos que viven en Miami, lo que me convierte en un verdadero “disidente”. Aquí estar contra el bloqueo a Cuba y abogar por las mejores relaciones entre Cuba y Estados Unidos es un pecado capital.
Discrepar de los más, desde una posición minoritaria, me convierte en un ente extraño en Miami. Ser aquí un “disidente” puede ser algo peligroso. Años atrás, cuando Miami era “la ciudad de las bombas”, once atentados terroristas fueron perpetrados contra la revista “Réplica”, una publicación semanal de gran éxito de la que era yo su director.
Intentos de asesinatos contra mi persona no faltaron en aquellos tiempos, cuando por escribir lo que pensaba sin temor ni favor, me llevó al camino de la discrepancia para convertirme en uno de los primeros exilados “disidentes” de Miami.
No voy a negar, que si bien tengo muchos amigos y compañeros de ideas que respaldan mi posición, para los más extremistas de la derecha, soy un ”execrado”. Un ”comunista” que merece el castigo infame de morir carbonizado en una pira incendiaria en la esquina del restaurante Versalles de la calle ocho de la Pequeña Habana.
Sin embargo mi ”disidencia” no me lleva a declararme en ”Huelga de hambre” suicida, en protesta porque el gobierno norteamericano no me complace en mis deseos, de cambiar su política exterior en relación a mi país de origen, o porque la Casa Blanca no decreta la libertad -como pudiera hacerlo de un plumazo el presidente Barack Obama de los cinco cubanos anti-terroristas presos en cárceles norteamericanas que cumplen injustas y largas condenas de cárcel, mientras connotados terroristas como Luis Posada Carriles y Orlando Bosch gozan de plena libertad en Miami y son considerados “héroes” por la extrema derecha del exilio cubano.
Disentir de los demás, aunque sea desde una posición equivocada según el sentir y pensar de los otros, no constituye en si un acto criminal. Pero si bien, discrepar de la mayoría es un derecho inobjetable que debe ser respetado por todos, gobernantes y ciudadanos, esa actitud contestataria no puede servir en mi opinión para encubrir conductas que conlleven contubernios con gobiernos extranjeros y mucho menos si quienes se prestan a tales rejuegos están motivados por mezquinas razones económicas.
Vivo desde hace muchos años en Miami y he aprendido a convivir en una ciudad donde reina la intolerancia y el extremismo político más irracional. Algo que tiene que ver más con los cubanos, que con los norteamericanos. Me duele decirlo pero es la verdad, para vergüenza de mis compatriotas cubanos. En mi caso mi “disidencia” es respetuosa para las costumbres y leyes del país donde resido, expresando siempre lo que pienso sin cortapisas ni sordinas.
Par mi no es nada fácil ser un cubano ”disidente” en Miami. Aunque si de algo estoy orgulloso es que puedo decir en alta voz que nadie me paga por lo que hago o por lo que digo. Que nunca he cobrado, ni ayer ni hoy, salario alguno de un gobierno cubano o extranjero. Por lo menos de mi ”disidencia” no vivo yo.

Ik leef niet van mijn 'dissidentie'
-Max Lesnik
Mij stoort het niet toe te geven dat ik tot een kleine minderheid behoor ten opzichte van de rest van mijn Cubaanse medeburgers in het zuiden van Florida. We weten maar al te best, het is niet nodig het nog eens te herhalen, dat mijn mening over de politiek van de VS tegenover Cuba niet gedeeld wordt door de meerderheid van mijn landgenoten die in Miami wonen, wat me tot een echte ' dissident ' maakt. Hier tegen de blokkade tegen Cuba zijn en pleiten voor betere relaties tussen Cuba en de VS is een doodzonde.
Van mening verschillen, vanuit een minderheidspositie, maakt mij tot een buitenaards wezen in Miami. Hier een 'dissident ' zijn kan gevaarlijk zijn. Jaren geleden, toen Miami de 'bommenstad' was, werden er 11 terroristische aanslagen gepleegd tegen het tijdschrift 'Replica', een succesvol weekblad waarvan ik directeur was. Moordaanslagen op mijn persoon waren niet ongewoon in die tijd. Ik was niet bang om te schrijven wat ik dacht, ook al bracht het me niets op. Maar zo geraakte ik in tegenspraak met de rest en werd ik één van de eerste 'dissidente' immigranten in Miami.
Ik zal niet ontkennen dat ik voor de meest rechtse extremisten ‘verfoeilijk’ ben , hoewel ik veel vrienden en gelijkgestemden ken die mij steunen. Ik ben een ‘communist’ die de schandelijke straf verdient op de brandstapel te sterven, op de hoek van het restaurant Versalles in Calle 8 van Little Havana.
En toch wil ik als ' dissident ' niet overgaan tot een zelfmoord-'hongerstaking' als protest omdat de Noord-Amerikaanse regering niet tegemoet komt aan mijn wensen, nl de wijziging van haar politiek tegenover mijn land van oorsprong. Of omdat het Witte Huis de vrijheid niet gunt – wat president Barack Obama met één pennentrek kan doen – aan de vijf antiterroristische Cubanen in Noord-Amerikaanse cellen die onterechte en lange gevangenisstraffen uitzitten. Intussen genieten welbekende terroristen zoals Luis Posada Carriles en Orlando Bosch van volledige vrijheid in Miami en worden ze als ' helden ' beschouwd door de extreemrechtse Cubaanse immigranten.
Er een afwijkende mening op na houden, ondanks het feit dat die volgens het voelen en denken van de anderen fout zit, is op zich geen criminele daad. Afwijken van de mening van de meerderheid is een ontegensprekelijk recht dat door iedereen, regeringen en burgers, gerespecteerd moet worden. Maar protestgedrag kan volgens mijn opinie niet gebruikt worden om samenzweerderige activiteiten met buitenlandse regeringen te verhullen en nog veel minder als zij die zich hieraan schuldig maken alleen gemotiveerd worden door kleingeestige financiële voordelen.
Ik woon nu al vele jaren in Miami en heb geleerd om te overleven in een stad waar onverdraagzaamheid en het meest irrationele extremisme de plak zwaaien. Dit heeft meer te maken met de Cubanen dan met de Noord-Amerikanen. Het doet me pijn dit te zeggen maar het is de waarheid, tot scha en schande van mijn Cubaanse medeburgers. In mijn geval respecteert mijn ‘dissidentie’ de gewoontes en wetten van mijn gastland, hoewel ik steeds zeg wat ik denk, openlijk en zonder omwegen.
Het is voor mij in geen geval gemakkelijk een Cubaans ' dissident ' te zijn in Miami.
Als ik op één iets fier ben dan is het dat ik met luide stem kan verkondigen dat niemand mij betaalt voor wat ik doe of zeg. Nooit heb ik welk loon dan ook ontvangen, niet gisteren niet vandaag, van de Cubaanse of een buitenlandse regering. Ik leef tenminste niet van mijn ‘dissidentie’.
(vertaling, pablodebelgica)

No hay comentarios: